Alle schuurmiddelen bestaan uit een onderlaag met daarop een deklaag van slijpmateriaal. Dit materiaal bepaalt niet alleen de kwaliteit van het schuurpapier, maar ook hoe lang het meegaat. Goedkoper glaspapier slijt sneller dan de duurdere varianten. De korrelgrootte van het slijpmateriaal wordt aangeduid met een cijfer. Hoe hoger het getal, hoe fijner het schuurpapier. Werk bij schuren altijd van grof naar fijn.
- Grof schuurpapier (korrel 60) is geschikt voor het grove schuurwerk. Bijvoorbeeld het verwijderen van roest of het verwijderen van een oude, bladderende verflaag.
- Middelgrof schuurpapier (korrel 80 – korrel 120) gebruik je voor het afronden van hoeken en het fijner schuren vóór het schilderen.
- Fijn schuurpapier (korrel 120 – korrel 180) komt van pas na het aanbrengen van een laag grondverf.
- Zeer fijn schuurpapier (korrel 200 – korrel 600) gebruik je na het aanbrengen van een laklaag.
Bekijk de schildersbenodigdheden