Hoe vervang ik een verrotte vloerbalk?

Onderzoek in de eerste plaats tot waar de balk precies is aangetast door de houtrot. Dit doe je door met een schroevendraaier in het hout te prikken. Zet een potloodstreep op de plek waar het hout nog gezond is. Bij een paar rotte plekjes hoef je niet de hele vloerbalk te vervangen.

Zet de balk vanaf het gemarkeerde punt in de menie (dit is een grondverf die corrosie –de aantasting van materialen- tegengaat), over een lengte van 50 cm. Vergeet ook de onderkant niet!

Metsel een stenen steunpilaar (poer) onder de aangetaste balk, 20 cm voorbij de markeerstreep. Zorg dat de steunpilaat aan een kant van de bestaande balk zo ver uitsteekt dat later ook het nieuwe stuk balk erop kan rusten.

Begin met een basis van tegels en metsel daar een torentje van bakstenen op tot nét onder de balk. Het bouwen begin je breed en eindig je met twee bakstenen naast elkaar, dwars op de balk. Let op: laat de specie vervolgens 48 uur drogen!

Meet de lengte van het te vervangen deel van de balk. Dit is de afstand tussen de muur en de markeerstreep. Tel hier nog 50 cm bij op. Zaag het stuk balk op maat en zet het rondom in de menie.

Zaag de bestaande vloerbalk door ter hoogte van de markeerstreep met behulp van de reciprozaag. Let op: er mogen geen sporen te zien zijn van houtrot op het zaagvlak! Wrik het afgezaagde deel los van de vloerplanken met behulp van een koevoet en trek het uit de muur. Knip of slijp de uitstekende spijkers af. Zet nu de verse zaagsnede van de bestaande balk in de menie.

Het doorzagen van de balk kan ervoor zorgen dat het uiteinde iets naar beneden zakt. Gelukkig kun je dit verhelpen met een autokrik. Plaats de autokrik op een stoeptegel en krik de balk voorzichtig omhoog tot deze weer helemaal recht loopt.

Klem houten wiggen (stukjes hout die schuin zijn afgezaagd) tussen de nieuw gemetselde poer en de balk, zodat deze stevig vast komen te staan.

Houd het nieuwe stuk balk tegen de bestaande balk aan, tot dit de muur raakt. Teken de omtrek van de balk op de muur af. Maak het bestaande gat in de muur groter met behulp van een vuisthamer en steenbeitel. Let op: maak de opening 1 cm lager dan je hebt afgetekend.

Breng specie aan op de bodem van de uitgehakte opening en leg daar een stukje wandtegel in. Dit beschermt de nieuwe balk tegen optrekkend vocht. Schuif het nieuwe stuk balk in de muur en laat deze op het stuk tegel rusten.

Leg het andere uiteinde op de poer, naast de bestaande balk. Stel dit eventueel met wiggen. Controleer of beide balken in elkaars verlengde liggen. Is dat het geval? Zet dan de nieuwe balk vast door een wig te klemmen tussen de balk en de opening in de muur.

Zet beide balken tijdelijk aan elkaar vast met behulp van lijmklemmen. Boor drie gaten (10 mm) dwars door het nieuwe en oude gedeelte heen. Steek het draadeind door de gaten en zet beide delen zo strak mogelijk aan elkaar vast met behulp van sluitringen en moeren.

Tijd om alle kieren op te vullen! De kieren tussen de poer en de balken en tussen de kop van de nieuwe balk en de opening in de muur vul je eenvoudig op met cement. Druk het geheel aan met behulp van een voegspijker.