Verfspuit gebruiken: hoe spuit je een muur of plafond?

Ontvet de muur. Dit doe je met een doek die je onderdompelt in water gemengd met ontvetter. Spons de muur vervolgens na met schoon water. Verwijder eventueel oude, loszittende stuc met een verfkrabber. Krab ook de scheuren uit.

Geeft de gestucte muur wit af en is deze erg poederend? Dan is er in het verleden waarschijnlijk witkalk op de muur aangebracht. Verwijder eerst zoveel mogelijk kalk van de muur met een vochtige doek. Breng vervolgens een laag voorstrijk fixeermiddel aan. Voorstrijk fixeermiddel is een sneldrogend voorstrijkmiddel dat tot diep in de ondergrond dringt. Zo voorkom je lelijke verfbladders in de verflaag die je later aanbrengt.
Zitten er op de muur met stucwerk hardnekkige roetvlekken? Behandel die plekken met vlekkenspray. Zo kun je de vlekken blijvend bedekken en straks makkelijk overschilderen.

Dicht scheuren en gaten met muurvuller. Afhankelijk van de diepte van de gaten en scheuren kies je een geschikte muurvuller. Muurvuller gebruik je voor gaten van ongeveer 1 cm, grote gatenvuller is nodig voor gaten dieper dan 1 cm en nadenvuller is geschikt voor alleen de kleine haarscheuren in de gestucte muur. Brede scheuren kun je het beste eerst afdekken met bouwscheurtape en daarna behandelen met een muurvuller in poedervorm. Dit kun je namelijk niet alleen gebruiken voor kleine scheuren, maar ook voor grote gaten tot 2 cm.

Installeer de spuitmond op de verfspuitmachine. Roer vervolgens de latex muurverf in de emmer zorgvuldig door. Dit kun je het beste doen met een verfmixer.
Vul de onderbeker tot het bovenste streepje met verf. Dit is ongeveer driekwart van het reservoir. Maak je gebruik van het Wagner spuitverfsysteem? Verdun dan eerst de verf. Plaats de roerstaaf op de bodem van de gevulde verfbeker. De afstand tussen de inkepingen op de roerstaaf staat voor een verdunning van 10 procent. De meeste muurverven (bijv. Histor, Flexa) dienen met 10% water verdund te worden. Giet er water bij (in stappen van 5 procent) en roer het door. Na de eerste verdunning van 5 procent kan je een kleine test uitvoeren om te zien of het gewenste resultaat wordt gehaald. Met de punt van de roerstaaf kun je opgedroogde verf van de spuitkop verwijderen of het gaatje in de buis van het verfspuitsysteem doorprikken als dit verstopt is.

Draai de onderbeker op het spuitpistool en koppel de luchttoevoer aan het pistool. Schakel het verfspuitsysteem in. Let op: bij het Wagner spuitverfsysteem moet je de inlaatbuis – de buis die in het verfreservoir komt te hangen – naar voren draaien.
Voer altijd een test uit op een stuk karton voor je de muur met stucwerk gaat spuiten. Of, als dit in de verpakking is meegeleverd, op een test-poster. Houd het pistool loodrecht op de teststrook en op een afstand van 20 cm van het spuitoppervlak. De test is handig om te testen of er te veel of te weinig verf uit de spuitmond komt, te checken of de luchttoevoer goed staat afgesteld en te controleren of je in alle richtingen kunt spuiten.

1. Te veel of te weinig verf
- Bij te veel verf op het spuitoppervlak gaat de verf druipen. Stel een stand lager in bij de mond van het spuitpistool.
- Bij te weinig verf op het spuitoppervlak ontstaan er niet-dekkende vlekken. Stel een stand hoger in bij de mond van het spuitpistool.

2. Luchttoevoer
- Te sterke verfnevel: de luchthoeveelheid bij de basisunit moet worden verminderd.
- Te grove verstuiving: de luchthoeveelheid bij de basisunit moet worden vergroot.

3. Spuitrichtingen
- Horizontaal spuiten (het mondstuk staat verticaal).
- Verticaal spuiten (het mondstuk staat horizontaal).
- In bochten en met een kleine straal spuiten (het mondstuk is een kwart gedraaid).

Zet het masker en de veiligheidsbril op en begin met de spuitklus. Start bij het raam en werk van het licht af. Begin bij de hoek: draai de spuitmond een kwartslag. De straal wordt daardoor ronder en iets geconcentreerder. Wil je zowel de muren als het plafond in dezelfde kleur spuiten? Dan kun je gewoon spuiten. Als je maar één muur wilt spuiten kun je het beste een stevig stuk karton in de hoek vasthouden ter hoogte van de spuitmond.

Ga nu verder met de rest van de muur. Houd het spuitpistool steeds loodrecht ten opzichte van de muur. Bewaar constant een afstand van zo’n 20 cm tussen het spuittoestel en de muur. Maak geen gekke bewegingen met je pols, maar beweeg steeds gelijkmatig. Gebruik hierbij je hele arm, zodat je het spuitpistool stabiel kunt houden. Het kost even wat concentratie, maar voor je het weet ben je klaar.
De rest van de muur kun je op twee manieren egaal spuiten. Draai het mondstuk weer horizontaal of – als je dat liever hebt – verticaal. Spuit de verf op de gestucte muur door telkens banen te trekken die elkaar voor de helft overlappen of door kruislings te spuiten. Eerst een laagje horizontaal en meteen daarna een laagje verticaal.
Breng eventueel een tweede laag aan. Of dit nodig is, is afhankelijk van de gekozen verfkleur en de ondergrond. Meestal is een eerste spuitlaag al behoorlijk dekkend.

Maak het spuitpistool direct schoon na de klus. Een grondige reiniging is een voorwaarde voor een perfect en veilig gebruik van het spuitpistool. Verwijder het spuitopzetstuk en giet de resterende verf terug in de verfemmer. Haal vervolgens de losse onderdelen van het spuitpistool uit elkaar en spoel af met water. Vul het reservoir met water en spuit het mondstuk schoon. Let op: de basiseenheid die de luchttoevoer regelt hoef je niet schoon te maken met water.