Een plat dak kan worden geïsoleerd vanaf zowel de buitenkant als de binnenkant. Bij het isoleren van een plat dak van binnenuit is het erg belangrijk om klimaatfolie en vario tape te gebruiken om vochtproblemen te voorkomen.
Je dak isoleren levert meer comfort op en bespaart geld. Een plat dak is het eenvoudigst te isoleren vanaf de buitenkant, maar ook vanaf de binnenkant kun je goed isoleren. Het is belangrijk om vochtregulerende klimaatfolie en bijbehorend tape te gebruiken om vochtproblemen te voorkomen. Ben je klaar om aan de slag te gaan? Bekijk de klusvideo en volg het stappenplan.
Draag bij het werken met glas- en steenwol altijd een mondkapje (bij voorkeur een mondkapje met beschermingsfactor P2). Draag daarnaast kleding met lange mouwen en pijpen, werkhandschoenen en een veiligheidsbril. Dit isolatiemateriaal kan namelijk jeuk en irritatie veroorzaken.
Een plat dak kan worden geïsoleerd vanaf zowel de buitenkant als de binnenkant. Bij het isoleren van een plat dak van binnenuit is het erg belangrijk om klimaatfolie en vario tape te gebruiken om vochtproblemen te voorkomen.
Bereken hoeveel verpakkingen isolatieplaat, klimaatfolie, plafondplaten en rachels je nodig hebt.
Meet de diepte van de gordingen (dit is de houten balk die in de lengterichting van het dak is aangebracht) in je dakconstructie op om de ruimte voor het isolatiemateriaal te bepalen. Kies bij dakisolatie een materiaal met een isolatiewaarde (Rd) van minstens 3,6 (13-14 cm glaswol). Meet de lengte en breedte van het totaal te isoleren oppervlak om het aantal vierkante meters te bepalen.
De meeste plafondbalken zijn 15,5-16 cm hoog. Hiertussen passen precies twee lagen glaswol van 80 mm dik.
Meet de breedte tussen de plafondbalken op en zaag of snijd de isolatieplaten eventueel nauwkeurig op maat met een handzaag of isolatiemes. Houd een overmaat aan van 1 cm. Hoe nauwkeuriger je snijdt, hoe beter de isolatiewerking. Doordat je 1 cm overmaat aanhoudt, klemmen de platen straks bovendien beter tussen de balken. Zorg ervoor dat de tweede laag een halve plaat verspringt. Hiermee voorkom je kieren in de isolatie tussen de isolatieplaten, zodat er geen warmte verloren gaat. Werk ongeveer twee platen vooruit en ondersteun de platen eventueel met een noodrachel.
Breng de isolatie direct tegen het dakbeschot aan. Zo voorkom je dat er een valse luchtspouw ontstaat tussen de isolatie en het dakbeschot, waardoor er vochtproblemen kunnen ontstaan.
Niet de klimaatfolie met een handnietmachine vast tegen de balken. Laat de folie hierbij licht doorhangen, circa 3 cm. Zorg dat de folielagen elkaar ongeveer 10 cm overlappen. Tape de randen en naden goed af met Vario KM-tape.
Breng achteraf geen gaten meer aan in het plafond. Door gaten komt er lucht in de constructie. Dit kan weer leiden tot vochtproblemen.)
Schroef houten rachels of metalen profielen tegen de plafondbalken. Schroef het regelwerk dwars op de balken. Houd bij gipsplaten een hart-op-hartafstand van 30 cm aan tussen de rachels. Voor stucplaten geldt een hart-op-hartafstand van 40 cm. Hart op hart is de afstand tussen het midden (hart) van de ene rachel tot het midden van de volgende rachel.
Moet er verlichting worden aangebracht? Dan is het verstandig om een dikkere rachel te gebruiken, zodat het leidingwerk niet door de Vario-folie hoeft. Dit zorgt voor energielekken en vocht in de constructie.
Breng tot slot de plafondplaten aan. Begin in de hoek en schroef de gipsplaten vast op de rachels. Gebruik gipsplaatschroeven van 25mm, zodat de schroeven niet door de klimaatfolie gaan.
Kan jij wel wat hulp gebruiken bij het isoleren van je dak? Of heb je zelf geen tijd? Laat je klus dan gemakkelijk uitvoeren door een vakman van GAMMA Klusservice.