Hoe kun je dit controleren? Dit staat vaak met een symbool op de rug van het tapijt aangegeven. Voor je begint met de vloerbedekking, is het aan te raden om eerst een laag ondertapijt aan te brengen. Dit zorgt namelijk voor goede geluidsdemping en een comfortabele loop.
Hoeveel tapijt heb je nodig om je trap te bekleden? Dat kun je berekenen door het volgende zorgvuldig op te meten en bij elkaar op te tellen:
- de dieptes van alle treden (gemeten aan de diepste kant)
- de rondingen van alle trapneuzen (dit is de bovenkant van de traptrede die aan de voorkant iets uitsteekt)
- de hoogte van alle stootborden (stootborden vormen de verticale onderdelen tussen de traptreden)
Leg je ondertapijt? Tel er dan per traptrede 4 cm tapijt bij op. Tel bij het totaal nog eens minimaal een halve meter op. Zo weet je zeker dat je geen bekleding tekortkomt! Let op: het ondertapijt komt alleen op de treden en de tredeneuzen, dus niet tegen de stootborden.
Maak van elke traptrede een papieren mal in de vorm van de trede. Dit doe je door het papier in de juiste vorm om de trede heen te vouwen. Let op: de mal moet over de trapneus gevouwen worden. Geef elke mal een nummer: de bovenste trede krijgt nummer een, de trede daaronder nummer twee en ga zo maar door. Snijd deze vormen ruim uit het ondertapijt: aan alle kanten tel je er 2 cm extra bij op. Beter te veel dan te weinig!
Leg het stuk ondertapijt op de trede. Snijd het overtollige tapijt weg langs de randen. Dit kun je eenvoudig doen met een speciaal tapijtmesje.
Breng met een lijmkam tapijtlijm aan op de traptrede en lijm het ondertapijt vast. Aan de randen en aan de onderkant van de tredeneus zet je het ondertapijt vast met een paar nietjes. Doe dit tree voor tree, begin bovenaan.
Maak nu opnieuw papieren mallen van de traptreden: de oude mallen kloppen natuurlijk niet meer, omdat de treden nu bekleed zijn met ondertapijt! Nummer elke mal en snijd de vormen uit het tapijt. Ook dit doe je weer ruim: reken steeds 2 cm meer.
Heeft de vloerbedekking een vleug? Dit betekent dat de polen (de opstaande draadjes in het weefsel van de vloerbedekking) een bepaalde kant op gericht zijn. Als dit het geval is, kun je alle treden het beste in dezelfde richting bekleden. Anders kan er een kleurverschil ontstaan – dat staat niet mooi!
Breng met een lijmkam tapijtlijm aan op het ondertapijt.
Plaats het uitgesneden tapijtstuk op de trede. Klop de randen en de neus voorzichtig aan met een hamer. Gebruik een tapijtijzer of stompe steenbeitel om de randjes aan te kloppen.
Wil je zeker weten dat de vloerbedekking goed vast blijft zitten? Dan kun je er een nietje of spijkertje inslaan dat je weer weg kunt halen als de lijm is uitgehard. Zo werk je stuk voor stuk alle treden af, van boven naar beneden.
Als het tapijt doorloopt op de overloop, laat het stuk tapijt dat op de overloop komt dan doorlopen tot over de eerste trapneus.
Meet nu de stootborden opnieuw op en snijd ook deze stukken tapijt uit. Breng met een lijmkam tapijtlijm aan op de stootborden en lijm de tapijtstukken vast. Klop de randen met een hamer aan. Met behulp van een tapijtijzer of een stompe steenbeitel kun je de hoeken goed vast tikken. Zo simpel kan het zijn!
Tot slot verwijder je eventuele rafelende draden. Let op: hiervoor kun je het beste een schaar gebruiken, geen hobbymes! Je kunt de trap na 24 uur gebruiken.