stappenplan

Drainage met Hydroblobs

Door klimaatverandering nemen risico’s op extreme weersomstandigheden toe. In de praktijk betekent dit langdurige hitte golven maar ook steeds meer regen. Tuinen kunnen dit vele water vaak niet kwijt waardoor er wateroverlast ontstaat. Je kan de natuur een handje helpen door gebruik te maken van infiltratieblokken. Dit zijn regenwaterbuffers die water opslaan en vervolgens geleidelijk afgeven aan de grond. Zo ontstaan er geen grote plassen water meer in de tuin en blijft de grond bevochtigd in perioden van droogte. Daarnaast zorgt het infiltreren ervoor dat grondwater op peil blijft, wat weer beter is voor de bodem.

In dit stappenplan wordt gebruik gemaakt van Hydroblob drainagesystemen: een efficiënte en milieuvriendelijk manier om wateroverlast te voorkomen en terug te geven aan de natuur. Hydroblob drainageblokken zijn gemaakt van steenwol, waardoor zand en boomwortels niet de infiltratieblokken in kunnen dringen.

stap 1

Bepaal waar je het drainagesysteem voor gaat gebruiken

Er bestaan drie mogelijkheden voor het gebruik van drainagesystemen, elk met een ander doel.

  • Drainage aan oppervlakte: Terrasstenen laten vrijwel geen water door, waardoor plassen kunnen ontstaan. Met oppervlakte drainage wordt drainage bedoeld dat wordt ingegraven maar wel aan de oppervlakte te zien is, zoals lijnafwatering naast het terras of een infiltratieput onder een buitenkraantje. Water loopt dan via de oppervlakte de infiltratie in en geeft het vervolgens weer geleidelijk af aan de grond als het droger wordt.
  • Drainage ondergronds: Wanneer er grotere hoeveelheden water moet worden geïnfiltreerd kan het beste gekozen worden voor ondergrondse drainage. Zo kan je veel meer infiltratieblokken kwijt en dus ook meer regenwater bufferen. Zo voorkom je dat regenwater op een plek terecht komt en verdeel je het water over een groot oppervlak
  • Hemelwaterafvoer ondergronds: Je kan infiltratieblokken ook gebruiken als oplossing om hemelwater af te voeren naar de tuin. Op deze manier ontlast je het riool en voer je het hemelwater dat terecht komt op het dak van je woning af naar je eigen tuin. Bij nieuwbouw is het standaard dat je je eigen hemelwater scheidt van het riool, maar ook bij bestaande bouw kunnen gemeentes het verplicht stellen om hemelwater zelf af te voeren.

In dit stappenplan leggen we je de twee mogelijkheden van ondergrondse drainage met infiltratieblokken uit, namelijk: bufferen van hemelwater en afkoppelen van hemelwaterafvoer.

stap 2

Bereken hoeveel infiltratieblokken je nodig hebt

Het benodigde aantal infiltratieblokken is afhankelijk van de oppervlakte van je dak of tuin, de grondwaterstand en het bodemtype. Wanneer je hemelwater gaat bufferen bereken je de oppervlakte van het gebied dat je wil beschermen. Bij het afkoppelen van hemelwater bereken je de oppervlakte van het dak dat je afkoppelt. Houd bij het berekenen van het aantal hydroblobs ook rekening met het type grond. In zandgrond zakt water makkelijker weg dan in klei, waardoor je dus ook minder hydroblobs nodig hebt. Daarnaast is het belangrijk dat de infiltratieblokken altijd boven het grondwaterpeil blijven, anders vullen ze zich met grondwater in plaats van hemelwater. Houd minimaal 50 cm boven de gemiddelde grondwaterstand aan. Check dit dus voordat je begint! Op de website van Hydroblob staat een handige rekentool waarbij je precies kan uitrekenen hoeveel je er nodig hebt https://www.hydroblob.com/buffer-en-infiltratiesysteem/

Hoeveel nodig?

DoelM2GrondHoeveel B34Benodigde buffercapaciteit
Bufferen van water10m2 bestratingKlei11375 liter
Bufferen van water10m2 bestratingLeem8270 liter
Bufferen van water10m2 bestratingZand5170 liter
Afkopelen Hemelwater10m2 dakKlei15450 liter
Afkopelen Hemelwater10m2 dakLeem11340 liter
Afkopelen Hemelwater10m2 dakZand7220 liter

De benaming van de Hydroblob geeft aan hoeveel liter deze kan opslaan. De B34 kan 34 liter water bufferen.

Hoe beter je grondwater doorlaat, hoe meer water een Hydroblob kan bufferen. Kan ik 1 B34 bij zandgrond wel 128 liter water bufferen en dus plassen voorkomen.
Bik kleigrond is dat 36 liter (dus kan 1 blok een dak van 1m2 bij een regenbui van 30mm bufferen)

| K-waarde 5,0=Zand/ Dynamische capaciteit in Liters per blok per uur | 128 |
| K-waarde 2,5/ Dynamische capaciteit in Liters per blok per uur | 81 |
| K-waarde 1,0/ Dynamische capaciteit in Liters per blok per uur | 53 |
| K-waarde 0,5=zavel, leem/ Dynamische capaciteit in Liters per blok per uur | 43 |
| K-waarde 0,1= KLEI/ Dynamische capaciteit in Liters per blok per uur ell | 36 |

stap 3

Bepaal waar je de Hydroblobs gaat plaatsen

Als je de hemelwaterafvoer gaat loskoppelen is het het makkelijkst om in de buurt van de regenpijp te blijven. Houd wel minimaal 2 meter afstand van de fundering om de woning te beschermen tegen wateroverlast. Zorg ook dat de infiltratieblokken minimaal 2 meter bij bomen vandaan komen te liggen om te voorkomen dat boomwortels de infiltratieblokken aantasten.

stap 4

Graaf een gat voor de hydroblobs

De grootte van het gat is afhankelijk van het aantal en de maat van de hydroblobs. De diepte van het gat wordt bepaald door de hoogte van de krat + de dekking. Als je later planten wil plaatsen of bij een zware belasting zoals een oprit zorg je voor een dekking van 40 tot 60 cm. In andere gevallen is een dekking van 20 cm voldoende. Bij kleigrond bereken je 5cm dieper en breder, zodat je ruimte hebt om de Hydroblob rondom te bekleden met zandgrond voor een betere afwatering. Houd ook rekening met extra ruimte voor aansluiting naar de regenpijp en eventueel koppeling van meerdere kratten en een drainagebuis.

stap 5

Plaats de Hydroblob

De hydroblobs kunnen zowel staand als liggend worden geplaatst. Bij kleigrond breng je eerst een zandgrond aan op de bodem. Daarop kunnen de kratten worden geplaatst. Eventueel kunnen de hydroblobs op maat worden gezaagd, waarbij de filterdoek alles goed blijft afsluiten. Echter is dit meestal niet nodig wanneer je de hydroblobs ondergronds plaatst.

stap 6

Koppel de hydroblobs aan de hemelwaterafvoer (optioneel)

Wanneer je de infiltratieblokken gebruikt om hemelwater af te koppelen van het riool dien je een aansluiting te maken van de infiltratieblok naar de regenpijp. Dit doe je met behulp van Pvc-buizen. Zorg dat je tussen de regenpijp en de infiltratieblok ook een zandvangput plaatst. De zandvangput zorgt ervoor dat vuil wordt opgevangen en niet in de infiltratieblok terecht komt. Daarnaast werkt het als ontluchting en afvoerput. De afvoer van de put (onderste aansluiting) heeft een diameter van 125 en wordt aangesloten op de Hydroblob. De aanvoer van de zandvangput (hoogste aansluiting) sluit je aan op de verlengde regenpijp. Hier heb je meestal nog een verloopstuk nodig van 125 naar 80 (diameter regenpijp). Wanneer je meerdere infiltratieblokken plaatst die zijn aangesloten op de hemelwaterafvoer, dien je deze aan elkaar te koppelen m.b.v. een koppelstuk en de zijopeningen.

Tip!

Koppel een drainageslang aan de kant van de Hydroblob dat het verst afligt van de regenpijp. Dit kan dan fungeren als overloop bij zware regenval. LINK DRAINAGE KLUSVIDEO

stap 7

Ingraven en Afwerken

Als je de Hydroblob hebt geplaatst en eventueel de nodige aansluitingen hebt gedaan kan deze worden ingegraven. Gebruik hiervoor zandgrond om de infiltratie te bevorderen. Start met het opvullen van de zijkanten. Het gebruik van grof zand is hier extra belangrijk, omdat het water met name via de zijkanten geïnfiltreerd wordt. Breng vervolgens steeds lagen van 15 cm aan en verdicht d.m.v. aantrillen of inwateren. Wanneer het gat volledig is gedicht kan het worden afgewerkt met de gewenste bestrating.